nieuwkoop

Nederlands

Niet te verwarren met: Nieuwkoop
Uitspraak
  • Geluid:  nieuwkoop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nieuw·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwkoop nieuwkopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denieuwkoopm

  1. nieuwe aankoop

Gangbaarheid

  • Het woord nieuwkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.