nijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nijd    (hulp, bestand)
  • IPA: /nɛɪt/
Woordafbreking
  • nijd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘jaloezie, woede’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nijd
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denijdm

  1. grondige afkeer van iemand en het misgunnen van zijn bezit
    • Er heerste alleen maar haat en nijd. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.