nitriet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nitriet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ni·triet
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Latijn 'nitrum' van het Griekse 'nitron' νίτρον, met het achtervoegsel -iet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nitriet | nitrieten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het nitriet o
- (scheikunde) een zout dat het ion NO2− bevat
- Er zijn bacteriën die nitraten in nitrieten omzetten.
- (scheikunde) een ester die de NO2− groep bevat
Verwante begrippen
- salpeterigzuur
Hyponiemen
- calciumnitriet, kaliumnitriet, natriumnitriet, waterstofnitriet
Vertalingen
1. een zout dat het ion NO2− bevat
Gangbaarheid
- Het woord nitriet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nitriet" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.