noapte

Roemeens

Uitspraak
  • IPA: /ˈno̯ap.te/
Woordafbreking
  • noap·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijnse nox (genitief noctis; "nacht").
enkelvoud meervoud
nominatief en accusatief noapte nopți
lidwoordsvorm noaptea nopțile
datief en genitief nopții nopților
vocatief - -

Zelfstandig naamwoord

noapte v

  1. nacht
  2. (figuurlijk) duisternis
  3. onbeschaafdheid, barbarij
  4. verdriet
Synoniemen
  • [2] beznă, întunecare, întunecime, întuneric, negură, obscuritate
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.