nomadenstam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nomadenstam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- no·ma·den·stam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nomade en stam met het invoegsel -n-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | nomadenstam | nomadenstammen |
| verkleinwoord | nomadenstammetje | nomadenstammetjes |
Zelfstandig naamwoord
de nomadenstam m
- een rondzwervende stam zonder vaste woonplaats
- Een nomadenstam is moeilijk te vinden vanwege het ontbreken van een vaste woonplaats.
- ▸ Afgezonderd van de maatschappij als een nomadenstam van dal naar dal trekkend, constant in beweging.[1]
Gangbaarheid
- Het woord nomadenstam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nomadenstam" herkend door:
| 93 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.