noodklok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noodklok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nood·klok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodklok noodklokken
verkleinwoord noodklokje noodklokjes

Zelfstandig naamwoord

denoodklokv/m

  1. een alarmklok
    • De noodklok werd direct geluid. 
    • Hulporganisaties luiden noodklok over Europese vluchtelingendeal [1] 
    • In zijn afscheidsspeech heeft Joe Biden de noodklok geluid over de macht van de megarijken. De oligarchen “bedreigen onze democratie, onze basale rechten en onze vrijheid”, zei de president. [2] 
Opmerkingen
  • Wordt vaker in figuurlijke dan in letterlijke zin gebezigd.
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

  • Het woord noodklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.