noodsignaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noodsignaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nood·sig·naal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodsignaal noodsignalen
verkleinwoord noodsignaaltje noodsignaaltjes

Zelfstandig naamwoord

hetnoodsignaalo

  1. het signaal dat in nood verzonden wordt.

Gangbaarheid

  • Het woord noodsignaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.