normal

Catalaans

Woordafbreking
  • nor·mal

Bijvoeglijk naamwoord

normal

  1. normaal


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  normal (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /nɔː(ɹ)məl/
stellend vergrotend overtreffend
normalmore normalmost normal

Bijvoeglijk naamwoord

normal

  1. normaal
Antoniemen


Indonesisch

Woordafbreking
  • nor·mal
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

normal

  1. normaal
    «Bayi itu lahir dalam keadaan normal
    Deze baby is onder normale omstandigheden geboren.
Afgeleide begrippen
  • menormalkan, kenormalan, penormalan
  • normalisasi


Portugees

Woordafbreking
  • nor·mal
  enkelvoud meervoud
  mannelijk     normal     normais  
  vrouwelijk     normal     normais  

Bijvoeglijk naamwoord

normal

  1. normaal, gewoon, gebruikelijk, gangbaar
Synoniemen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /noɾ'mal/
Woordafbreking
  • nor·mal
  enkelvoud meervoud
mannelijk normal normales
vrouwelijk normal normales

Bijvoeglijk naamwoord

normal

  1. normaal, gewoon, gebruikelijk, gangbaar
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.