novice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  novice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·vi·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nieuweling (in klooster)’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord novice novicen
novices
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denovicev/m [2]

  1. iemand die (voor de intrede in het klooster) een proeftijd doormaakt
    • De jonge novice Agnes bevalt binnen de muren van het klooster van een kind zonder ooit een man te hebben aangeraakt. [3] 
    • Op het onderdeel 1-baton introductie in hun eigen categorie behaalde Dianne Laarman 64.3 punten, Lyan Moes dook daar net onder met 63.5, gevolgd door Sanne Vos 63.1 Marlinde Kroeze 62.5 Kyra Ekkel 60.2 en Cherel Wuite 58.9 punten. Zij werden allemaal in de categorie novice geplaatst.[4] 
    • Kelly Kalkhaar werd tweede en Kimberley Wiegman vierde in de klasse Novice Youth Female. Ook werd een prima prestatie behaald door Celeena Lamers die als vijfde eindigde in de klasse Newcomer Youth Female.[5] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord novice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.