nulverzameling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nulverzameling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnʏlvərˌzaməˌlɪŋ / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- nul·ver·za·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nul ht en verzameling zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | nulverzameling | nulverzamelingen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nulverzameling v
- (wiskunde) collectie waarvan de omvang bij vergelijking met de collectie waarvan zij onderdeel uitgedrukt wordt door de maat 0:
meetbare verzameling in een maatruimte (S, Σ, μ) waarvoor μ (N) = 0- ▸ In het bijzonder zien we als elke gesloten deelverzameling van A een nulverzameling is, dat ook A een nulverzameling is.[1]
Opmerkingen
- Niet te verwarren met de lege verzameling, een verzameling die geen elementen bevat.
Gangbaarheid
- Het woord 'nulverzameling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bryan Versendaal“Niet Lebesgue-meetbare verzamelingen”, bachelorscriptie (juli 2018), TU Delft, p. 12 op tudelft.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.