nurk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nurk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnʏrək/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • nurk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nurk nurken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denurkm

  1. een vervelend, nors, knorrig, kwaadaardig persoon
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord nurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
29 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.