grompot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grompot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grom·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grompot grompotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degrompotm

  1. iemand die vaak gromt en knort; iemand die vaak boos is
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grompot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.