obstetrie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  obstetrie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ob·ste·trie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verloskunde’ voor het eerst aangetroffen in 1876 [1]
  • Van het Engelse obstetrics en/of het Latijnse obstare (klaarstaan)
enkelvoud meervoud
naamwoord obstetrie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deobstetriev

  1. (medisch) kennis van de zwangerschap, de bevalling en het kraambed
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord obstetrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.