omstreek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omstreek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmstrek / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- om·streek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om bw en streek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omstreek | (omstreken) * |
verkleinwoord | (omstreekje) | (omstreekjes) |
Zelfstandig naamwoord
de omstreek v / m
- buitenwijk, omgeving (meer gebruikelijk in het meervoud)
Synoniemen
- omstreken (meer gangbare vorm)
Opmerkingen
- Het meervoud "omstreken" heeft eenzelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "omstreek".
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord omstreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.