omzoming
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omzoming (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·zo·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omzoming | omzomingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de omzoming v
- de rand van een weg of een gebied
- Wie op Google Maps inzoomt op viaduct Anneville bij het Bredase Ulvenhout, ziet dat de boom onderdeel is geweest van de omzoming van de Annevillelaan. „Dit was een van de oprijlanen van landgoed Anneville”, vertelt woordvoerster Edith van Gemert van Rijkswaterstaat Noord-Brabant. [2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord omzoming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omzoming" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Gijsbert Wolvers 26-07-2010 De troetelboom van Rijkswaterstaat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.