onderbreking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onderbreking    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɔndərˈbrekɪŋ/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ɔn.dər.ˈbre.kɪŋ/
    • (Limburg): /ɔn.dər.ˈbreː.kɪŋ(g)/
Woordafbreking
  • on·der·bre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderbreking onderbrekingen
verkleinwoord onderbrekinkje onderbrekinkjes

Zelfstandig naamwoord

deonderbrekingv

  1. een tijdelijk staken van activiteit door een onverwachte gebeurtenis
    • Een onderbreking verstoorde de vergadering. 
  2. een kort ophouden van bezigheden als pauze
    • Het toneel herbegon na een korte onderbreking tijdens dewelke velen naar het toilet gingen. 
     Maar deze wekelijkse bezoeken aan de kerk vormden een onderbreking in mijn hectische week en gaven me de gelegenheid om een pauze in te lassen en na te denken over mijn familie en vrienden.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onderbreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.