onderrichten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onderrichten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɔndəˈrixtə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·der·rich·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderrichten
/ɔn.də'rix.tə(n)/
onderrichtte
/ɔn.də'rix.tə/
onderricht
/ɔn.də'rixt/
zwak -t volledig

Werkwoord

onderrichten

  1. overgankelijk onderwijzen
    • De leerlingen worden momenteel onderricht door een stagiaire. 
  2. overgankelijk informeren
    • De boodschapper onderrichtte hem over de toestand in het buurland. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onderrichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.