onderwijspolitiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onderwijspolitiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·der·wijs·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onderwijs zn en politiek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderwijspolitiek | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de onderwijspolitiek v
- (onderwijs) (politiek) overheidsbeleid op het terrein van het onderwijs
- ▸ In november 1954 kregen de leerlingen een dag vrij, zodat de leraars mee konden gaan betogen tijdens de nationale protestdag tegen de onderwijspolitiek van de regering.[1]
- ▸ De 16-jarige Manuel Guttierez Reinoso werd tijdens de tweedaagse nationale staking tegen de onderwijspolitiek van de regering in z'n borst geraakt door een kogel. Volgens lokale media werd de tiener nabij een barricade neergeschoten.[2]
Synoniemen
- onderwijsbeleid, schoolpolitiek
Gangbaarheid
- Het woord onderwijspolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Thomas Eyskens“Er is niets te zien en dat moet je zien” (2014), De Arbeiderspers , ISBN 9789029593380
- ↑ Weblink bron “Tiener gedood bij protesten Chili” (Vrijdag 26 augustus 2011, 16:58), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.