onderzoeksgegeven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onderzoeksgegeven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔndərˌzuksxəˌɣevə(n)/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·der·zoeks·ge·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderzoeksgegeven onderzoeksgegevens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetonderzoeksgegeveno

  1. bevinding na stelselmatig waarnemen en overdenken
     De toren is er nog niet, wel het onderzoeksgegeven dat jaarlijks 50.000 mensen bereid zullen zijn er €4,40 entree voor te betalen.[1]
     De onderwijskunde zou zich zorgen moeten maken over het feit dat over de minimale schoolgrootte, een van de weinige beleidsinstrumenten waarover de overheid beschikt, zo weinig onderzoeksgegevens beschikbaar zijn dat mensen die een poging doen hiervoor een kwalitatieve onderbouwing te geven, aangewezen zijn op een enkel onderzoeksgegeven en hun gezond verstand.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord onderzoeksgegeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Michiel Hegener
    “Veluwse familie poetst tafelzilver op” (7 december 2002) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    S. Boef-Van der Meulen & R. Bronneman-Helmers
    “Het verband tussen schoolgrootte en kwaliteit, een nieuw taboe?” (28 februari 1991) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.