ontmaskering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontmaskering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·mas·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontmaskering ontmaskeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deontmaskeringv

  1. moment dat de (beschamende) waarheid waarheid onthuld wordt; bewijs dat er bedrog is gepleegd
     Liefdesverklaringen, bekentenissen, verwijten, complimenten, beledigingen, ontmaskeringen - alles liever per brief dan oog in oog.[1]
     Ook in 1996 was Saint-Émilion het eindpunt van de laatste tijdrit in de Tour. Het was de Tour van Bjarne Riis en de ontmaskering van vijfvoudig winnaar Miguel Indurain.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ontmaskering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  2. Weblink bron “Etappe 20: tijdrijden tussen wijngaarden waar rondewinnaars tot wasdom komen” (17-07-2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.