ontvoeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvoeren (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈfurə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ont·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvoeren |
ontvoerde |
ontvoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ontvoeren
- overgankelijk wederrechtelijk en onder dwang iemand weghalen
- Hij werd ontvoerd door een groep krijgszuchtige bandieten.
- Toen Russische tanks ruim drie jaar geleden de Oekraïense grens overstaken, waren er vooropgezette plannen om massaal Oekraïense kinderen te ontvoeren en mee te nemen naar Rusland. Dat blijkt uit documenten van het Kremlin in handen van Oekraïense mensenrechtenorganisaties.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. wederrechtelijk en onder dwang iemand weghalen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvaren |
ontvoeren
- meervoud verleden tijd van ontvaren
- Wij ontvoeren.
- Jullie ontvoeren.
- Zij ontvoeren.
- Wij ontvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord ontvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontvoeren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl (24 mrt 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.