oogspier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oogspier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oog·spier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogspier oogspieren
verkleinwoord oogspiertje oogspiertjes

Zelfstandig naamwoord

deoogspierv/m

  1. (anatomie) spier die zorgt voor het kunnen bewegen van de oogbol

Gangbaarheid

  • Het woord oogspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.