oogvijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oogvijs    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈoxfɛis/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • oog·vijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogvijs oogvijzen
verkleinwoord oogvijsje oogvijsjes

Zelfstandig naamwoord

deoogvijsv/m

  1. ringetje met een schroef eraan
    • Misschien zit er al een oogvijs in je plafond gedraaid of je draait er zelf één in. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord oogvijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
8 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.