openingsplechtigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: openingsplechtigheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈopənɪŋsˌplɛxtəxˌhɛit / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- ope·nings·plech·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opening zn en plechtigheid zn met het invoegsel -s- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | openingsplechtigheid | openingsplechtigheden |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de openingsplechtigheid v
- ceremonie wanneer een evenement begint of wanneer iets dat met veel werk tot stand is gekomen, in gebruik wordt genomen
- ▸ Expo 2020 in Dubai kende een mooie en kleurrijke openingsplechtigheid en de stad is als vanouds vol met toeristen en zakenlieden.[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord openingsplechtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Clarence Seedorf“Een Syrische zwemster met een bijzonder verhaal” (8 oktober 2021) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.