oplaaien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oplaaien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔp.la.jə(n)/
Woordafbreking
  • op·laai·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oplaaien
laaide op
opgelaaid
zwak -d volledig

Werkwoord

oplaaien

  1. ergatief plotseling heviger gaan branden
    • Door de harde wind laaien de bosbranden in Griekenland weer op. 
     Door hoge temperaturen, lage luchtvochtigheid en wind, blijft het risico bestaan dat het vuur weer oplaait.[1]
  2. ergatief plotseling in brand vliegen
    • De mesthoop had al dagenlang liggen smeulen toen hij onverwachts oplaaide. 
  3. ergatief (figuurlijk) plotseling hevig de kop opsteken
    • De recente bomaanslagen doen de discussies over de Amerikaanse aanwezigheid in Afghanistan oplaaien. 
     Door de extreme weersomstandigheden als gevolg van klimaatverandering laait in de VS de discussie op over de leefbaarheid in risicogebieden. De keuzes die verzekeringsmaatschappijen maken zijn daar een goede indicator van. Experts zijn somber over de situatie.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oplaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl
  2. Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.