opruiming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opruiming    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·rui·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opruimen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord opruiming opruimingen
verkleinwoord opruiminkje opruiminkjes

Zelfstandig naamwoord

deopruimingv

  1. (handel) periode dat een winkel zijn oude voorraden met korting verkoopt
    • Tijdens op opruiming moet de klant goed opletten. Hoe langer hij wacht met kopen hoe meer korting, maar ook hoe meer kans dat het gewenste product is uitverkocht. 
Synoniemen
  1. uitverkoop, solden, koopjes, sale
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opruiming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.