uitverkoop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitverkoop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitverkoop uitverkopen
verkleinwoord uitverkoopje uitverkoopjes

Zelfstandig naamwoord

deuitverkoopm

  1. een gelegenheid waarbij tegen gereduceerde prijzen de oude voorraad aan de man gebracht wordt
    • Ze houden daar morgen uitverkoop. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • uitverkoopprijs, uitverkoopsprijs, uitverkoopswet, uitverkoopwet
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
uitverkopen

uitverkoop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen
    • ... dat ik uitverkoop. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitverkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.