agitatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: agitatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- agi·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opgewondenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- Naamwoord van handeling van agiteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agitatie | agitaties |
verkleinwoord | agitatietje | agitatietjes |
Zelfstandig naamwoord
de agitatie v [3]
- (medisch) (psychologie) opwinding
- (politiek) het agiteren
Verwante begrippen
Vertalingen
1. opwinding
|
Gangbaarheid
- Het woord agitatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agitatie" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "agitatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ agitatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.