opstootje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opstootje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·stoot·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord opstootje opstootjes

Zelfstandig naamwoord

hetopstootjeo dim. tant.

  1. kleinschalige verstoring van de openbare orde
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

hetopstootjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opstoot

Gangbaarheid

  • Het woord opstootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.