opstoppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opstoppen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·stop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opstoppen
stopte op
opgestopt
zwak -t volledig

Werkwoord

opstoppen [1]

  1. overgankelijk volstoppen, opvullen
  2. overgankelijk stoppen, stuiten
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opstoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.