volstoppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volstoppen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɔlstɔpə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vol·stop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
volstoppen
stopte vol
volgestopt
zwak -t volledig

Werkwoord

volstoppen [1]

  1. overgankelijk helemaal vullen (met voedsel e.d.)
     Hadden wij nu den tijd slechts, wij zouden die lieve diertjens van hunne beenderen en ingewanden ontdoen en volstoppen met look, eieren en welriekende kruiden;[2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • volstopping
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord volstoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Jacob van Lennep
    “Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst”, Deel 1. Alwart. Brinio (1838), P. Meijer Warnars, Amsterdam, p. 98 op dbnl.org
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.