optant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  optant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·tant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘die opteert’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • Naamwoord van handeling van opteren met het achtervoegsel -ant [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord optant optanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deoptantm

  1. (handel) iemand die in een optietransaktie betrokken is
  2. iemand die, bij overdracht van een gebiedsdeel van een staat aan een ander land, gebruik maakt van het recht om de oorspronkelijke nationaliteit te behouden
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord optant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.