oudblauw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oudblauw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oud·blauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn en blauw zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oudblauw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het oudblauw o
- een soort grijs-blauwe kleur met de kleurcode 6018-R88B [2]
- ▸ „Aan mijn plafonds zitten dikke houten balken. Die heb ik oudblauw geverfd. Ze vallen echt op als je via de keuken mijn huis binnenkomt. Vooral omdat mijn keuken hoger ligt dan de kamer: je loopt er bijna tegenaan.[3]
- oud Delfts blauw aardewerk
Gangbaarheid
- Het woord oudblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oudblauw" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ https://www.kleurenwaaier.nl/kleur/histor-6018-R88B-oudblauw
- ↑ Weblink bron Jacomijn Hoekman“Stijl: Overal een leuk sfeertje” (04-06-2010), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.