ouderhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ouderhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ou·der·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ouderhuis ouderhuizen
verkleinwoord ouderhuisje ouderhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetouderhuiso

  1. het huis waar iemand geboren en getogen is; het huis van de ouders
     Fredrik Jensen is afkomstig uit een dorpje op 35 minuten rijden van Helsinki. Hij is nu 4,5 jaar in Nederland. Een jaar nadat zijn oudere broer Richard naar FC Twente vertrok, verliet ook hij het ouderhuis om bij een gastgezin in Oldenzaal te gaan wonen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ouderhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Leon ten Voorde
    “Deze rijzende ster van FC Twente droomt van de Premier League” (06-04-2017), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.