overhoopliggen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overhoopliggen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·hoop·lig·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van overhoop bw en liggen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overhoopliggen |
lag overhoop |
overhoopgelegen |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
overhoopliggen
- inergatief wanordelijk door elkaar liggen van dingen
- De boekenkast was omgevallen zodat de inhoud overhoop op de grond lag.
- inergatief in staat van sterkte onderlinge verdeeldheid en/of ruzie verkeren
- Die partijen liggen altijd met elkaar overhoop.
Synoniemen
Antoniemen
- [1] opgeborgen, opgeruimd
- [2] bevriend zijn, overweg kunnen
Verwante begrippen
- [1] bende, puinhoop, rommel, troep
- [2] concurrentie, heibel, jalousie, na-ijver, onmin, rivaliteit, ruzie, vete, vijandschap
Vertalingen
1. wanordelijk dooreen liggen
Gangbaarheid
- Het woord overhoopliggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.