concurrentie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concurrentie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·cur·ren·tie
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord concurrentie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deconcurrentiev

  1. (economie) het mede-wedijveren om iets, in het bijzonder een vorm van winst, in de situatie zijn dat je de concurrent van iemand bent
    • Leidt de toegenomen concurrentie tot verbetering van de zorgverlening? 
    • Er was een hevige concurrentie tussen beide vrienden om het zelfde man. 
     Vanwege de moordende concurrentie in de reisbranche worden de geheel verzorgde vakanties aangeboden voor een bedrag dat nauwelijks boven de kostprijs ligt.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord concurrentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.