paapje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paapje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- paap·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | paapje | paapjes |
Zelfstandig naamwoord
het paapje o dim. tant.
- (zangvogels) Saxicola rubetra een Europese kleine zangvogel uit de onderfamilie saxicolinae van de vliegenvangers van de Oude Wereld, Muscicapidae
- Het paapje is nauw verwant met de roodborsttapuit.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- schijnpaapje
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
het paapje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paap
Gangbaarheid
- Het woord paapje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paapje" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.