paapje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paapje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paap·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord paapje paapjes

Zelfstandig naamwoord

hetpaapjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Saxicola rubetra  een Europese kleine zangvogel uit de onderfamilie saxicolinae van de vliegenvangers van de Oude Wereld, Muscicapidae 
    • Het paapje is nauw verwant met de roodborsttapuit. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • schijnpaapje
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

hetpaapjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paap

Gangbaarheid

  • Het woord paapje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.