pakgoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pakgoed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pak·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pakken ww en goed zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pakgoed | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pakgoed o
- verpakkingsmaterialen
- Profijtelijk pakgoed: De jute zakken waar LC Packaging in de jaren twintig mee begon, maakten langzaam maar zeker plaats voor vooral kunststof. Daar worden tientallen kilo´s groenten en fruit in vervoerd. Ook zand en bestandddelen voor medicijnen gaan in de bulkverpakkingen van dit familiebedrijf de wereld over. [2]
- goederen die men verpakt vervoert
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pakgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pakgoed" herkend door:
| 77 % | van de Nederlanders; |
| 80 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf ANNA MEES 06 aug. 2015 Profijtelijk pakgoed
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.