pakkettenbus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pakkettenbus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pak·ket·ten·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pakket zn en bus zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakkettenbus | pakkettenbussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pakkettenbus m
- brievenbus voor pakjes
- bus waarmee men pakjes vervoert en bezorgt
- ▸ Met alle pakketjes die we tegenwoordig bestellen, krijgt de pakketbezorger het steeds drukker. Niels Bouman, sinds 2002 op de pakkettenbus bij marktleider PostNL, bezorgt tussen de 120 en 180 pakjes op een dag.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pakkettenbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Wouter ter Haar“Pakketbezorger zijn is meer dan alleen 120 keer busje in, busje uit” (25-07-2018), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.