palmkool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  palmkool    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • palm·kool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord palmkool palmkolen
verkleinwoord palmkooltje palmkooltjes

Zelfstandig naamwoord

depalmkoolv/m

  1. (bloemplanten) Brassica oleracea var. palmifolia  een tweejarig, winterhard, eeuwenoud bladgewas dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en een typische wintergroente is. Hij wordt palmkool genoemd omdat de smalle kroezende bladeren als bij een palmboom van de stengel afgroeien. Deze gelijkenis wordt nog sterker als het blad van onder naar boven geoogst wordt. De plant kan tot drie meter hoog worden. De zaaitijd is vanaf maart en van de herfst tot in februari kan geoogst worden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'palmkool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.