papierrol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  papierrol    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·pier·rol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord papierrol papierrollen
verkleinwoord papierrolletje papierrolletjes

Zelfstandig naamwoord

de papierrol v / m [1]

  1. een opgerolde strook papier
    ▸ Papa vraagt of je je papierrol de laatste tijd nog gecontroleerd hebt.[2]
    ▸ Ze verloor haar man Cees vijf jaar geleden. Hij kwam om het leven toen op het werk een papierrol van 600 kilo op hem viel.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord papierrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ “Shopaholic zegt ja” (2019), The House of Books, ISBN 9789044346176
  3. ↑ Weblink bron “'Juist mijn man waarschuwde altijd dat het niet veilig was op het werk'” (Vrijdag 28 april 2017, 20:21), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.