paring

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paring    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van paren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord paring paringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deparingv

  1. (seksualiteit) geslachtsdaad
  2. het in paren bijeenbrengen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.