parttimejob
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parttimejob (hulp, bestand)
Woordafbreking
- part·time·job
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parttime bn en job zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parttimejob | parttimejobs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de parttimejob m
- een aanstelling van minder dan 36-uur per week
- ▸ Vorig jaar heeft Losser voor het eerst en algemene speeddate gehouden tussen werkzoekenden en werkgevers. Dat was een groot succes, van de 85 deelnemers hebben er 26 een baan gekregen en zestien deelnemers en parttimejob.[2]
- ▸ Vertrok bij Mobistar in oktober 2007 en richtte zijn eigen communicatieadviesbureau, The House of Brands, op. Combineert dat vanaf volgende week met een parttimejob als ceo van de Unie der Belgische Adverteerders.[3]
Synoniemen
Schrijfwijzen
- parttime-job, parttime job
Antoniemen
- fulltimejob
Gangbaarheid
- Het woord parttimejob staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ parttimejob op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Losser houdt weer speeddate voor werkzoekenden en werkgevers” (18-02-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Chris Van Roey” (22/03/2008), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.