pasti

Indonesisch

Woordafbreking
  • pas·ti
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

pasti

  1. zeker
    «Saya pasti.»
    Ik weet het zeker.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • kepastian, memastikan, pemastian, sepasti, terpasti

Javaans

Bijvoeglijk naamwoord

pasti

  1. (verouderd) onvermijdelijk, noodzakelijk, zeker
Schrijfwijzen
  • pasthi, pêsthi
Verwante begrippen
  • mesti
Overerving en ontlening

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pascɪ/

Zelfstandig naamwoord

pasti

  1. genitief enkelvoud van past
  2. datief enkelvoud van past
  3. vocatief enkelvoud van past
  4. locatief enkelvoud van past
  5. nominatief meervoud van past
  6. accusatief meervoud van past
  7. vocatief meervoud van past
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.