pauwblauw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pauwblauw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pauw·blauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pauw zn en blauw zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pauwblauw | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pauwblauw o
- (kleur) de kleur groenachtig blauw die voorkomt in de staartveren van een mannetjes pauw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | pauwblauw | pauwblauwer | pauwblauwst |
| verbogen | pauwblauwe | pauwblauwere | pauwblauwste |
| partitief | pauwblauws | pauwblauwers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pauwblauw
- een groenachtig blauwe kleur hebbend
Gangbaarheid
- Het woord 'pauwblauw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.