peepshow

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peepshow    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • peep·show
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kijkkast met seksattractie’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
  • van het Engel, samenstelling van  peep  en  show  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord peepshow peepshows
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depeepshowm

  1. (seksualiteit) show van een naakt persoon (meestal een vrouw) die men anoniem vanuit een kleine cabine kan bekijken

Gangbaarheid

  • Het woord peepshow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.