pens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pens    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pens
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buik’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1292 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pens pensen
verkleinwoord pensje pensjes

Zelfstandig naamwoord

depensv/m

  1. (biologie) bij herkauwers de eerste afdeling van de maag
  2. (voeding) een gerecht bereid van (1)
  3. (informeel) buik
    • Die man heeft een flinke pens. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.