pepino

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pepino    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pe·pi·no
enkelvoud meervoud
naamwoord pepino pepino's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pepino

  1. (bloemplanten) (groente) Solanum muricatum  een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae ). De vrucht wordt ook wel appelmeloen of meloenpeer genoemd. De plant is overblijvend, aan de basis verhout, slap, vaak liggend en wordt tot 1 m lang. De afwisselend geplaatste bladeren kunnen ongedeeld ovaal-lancetvormig zijn of uit drie tot zeven lobben bestaan en zijn variabel van grootte. De bloemen groeien in trossen in de bladoksels. In open toestand zijn de bloemen 3–4 cm breed en bestaan uit vijf blauwe en/of witte kroonbladeren
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • pepinovrucht

Gangbaarheid

  • Het woord 'pepino' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Portugees

enkelvoud meervoud
pepino pepinos

Zelfstandig naamwoord

pepino m

  1. (groente), (plantkunde) augurk, komkommer

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pe·pi·no
enkelvoud meervoud
pepino pepinos

Zelfstandig naamwoord

pepino m

  1. (groente), (plantkunde) augurk, komkommer

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.