perdriko

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   perdriko     perdrikoj  
accusatief   perdrikon     perdrikojn  

Zelfstandig naamwoord

perdriko

  1. (hoendervogels) patrijs
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.