hoendervogels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoendervogels (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- hoen·der·vo·gels
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoender zn en vogels zn
- hoendervogel zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoendervogels | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hoendervogels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hoendervogel
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) orde Galliformes van over het algemeen typische plompe grondvogels die niet ver en hoog vliegen en zich bij gevaar verbergen in het struikgewas en broeden op de grond. Alle hoendervogels zijn nestvlieders. Het zijn prooidieren en daarom slapen veel soorten op een veilige hoog gelegen plaats zoals in een boom. De orde omvat in totaal meer dan 250 levende soorten
Hyperoniemen
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen
- [2] zie de categorie: Hoendervogels in het Nederlands
- [2] fazantachtigen, grootpoothoenders, parelhoenders, sjakohoenders en hokko's
Gangbaarheid
- Het woord hoendervogels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.